‘Het is toch helemaal niet koud?!’
‘Maar dat is toch leuk? Ga nou mee de achtbaan in!’
‘Ik ruik helemaal niets hoor.’
‘Nou, dat valt toch best mee?’
Ik vraag mij altijd af, hoe je dat tegen iemand kan zeggen: ‘Stel je niet aan!’. Alsof jij kan weten hoe een ander zich voelt en hoe hij op de prikkels in de omgeving reageert. Dat kan helemaal niet. Dat jij niet schrok van dat harde geluid sluit namelijk niet uit dat de ander het geluid als heel vervelend en misschien wel pijnlijk heeft ervaren. Het ligt er maar aan hoe belangrijk het ‘prikkelfilter’ in de hersenen dit geluid vond. Niet zo belangrijk? Dan werden de geluidsprikkels misschien wel doorgegeven aan jouw bewustzijn, maar niet zo krachtig. Maar als het prikkelfilter van die ander het geluid als heel belangrijk behandelde, dan kwam het op volle sterkte in zijn of haar bewustzijn aan.
Zo is het ook met andere zintuiglijke prikkels zoals:
- eten: vind ik het wel of niet lekker;
- geuren: heerlijk, gewoon fijn of juist niet fijn;
- beweging: ging het je te snel of kan het niet snel genoeg;
- aanrakingen: hou eens op of meer graag.
Door de opmerking ‘stel je niet aan’, zeg je eigenlijk: ‘Ik weet precies hoe dat voelde bij jou.’ Maar dat kan dus niet.
Bedenk ook eens welke boodschap je aan de ander meegeeft; Je kunt niet vertrouwen op je eigen waarnemingen, ik weet beter hoe jij je voelt dan jijzelf. Dat is de boodschap die, als je hem vaak genoeg herhaalt, er voor zorgt dat de ander niet meer vertrouwt op zijn eigen ervaringen. Je leert hem zijn eigen gevoelens niet meer serieus te nemen. Zeker als een volwassene deze opmerkingen naar een kind toe maakt. Voer voor psychologen!
Door de opmerking ‘stel je niet aan’, zeg je eigenlijk: ‘Ik weet precies hoe dat voelde bij jou.’ Maar dat kan dus niet.
Eenmaal volwassen, of zelfs al als kind, kun je dan aan de slag met een of andere cursus waar je leert ‘jezelf te vinden’, terwijl je jezelf nooit kwijt had hoeven raken. Als je reacties maar serieus genomen worden en niet tegen de lat van de ander gelegd worden. Want dat is wat je doet; je gebruikt je eigen ervaringen en bepaalt voor de ander waar hij zich wel en niet druk om moet maken. Terwijl je juist die ander in zijn waarde moet laten door zijn gedachten en gevoelens te respecteren.
Hoe zou het zijn als we tegen kinderen zeggen: Je wilt die trui dus niet aan? Oké. Kun je vertellen waarom niet?’ Als het kind daar nog geen woorden voor heeft, dan denk je mee en kun je vragen stellen zoals: ‘Vind je de trui lelijk? Is hij te warm? Kriebelt hij of zit hij misschien te strak?’ Samen zoek je dan naar de oplossing zoals bijvoorbeeld het label eruit halen zodat het niet kriebelt in de nek.
Ook als het kind er nog geen woorden voor heeft, kun je aannemen dat er iets niet klopt aan die trui voor dit kind. En ja, een kind doet met regelmaat ook gewoon vervelend. Maar hij zal echt niet in elke situatie alleen maar mopperen omdat hij ergens geen zin in heeft. En als dat soms wel het geval is, probeer dan eens uit of het kind minder tegendraads wordt als er naar zijn mening geluisterd wordt. Je hoeft het kind niet altijd zijn zin te geven, maar je neemt iemand serieus door als basishouding aan te nemen dat je naar bezwaren of ideeën luistert. Daar bespaar je jezelf heel wat conflicten en discussies mee. Ik vraag mijzelf bijvoorbeeld vaak af: ben ik hier mijn gelijk aan het halen, over de rug van mijn kind heen? Dat lukt nu voordat ik reageer en bespaart ons vervelende interacties.
Wil je kind niet mee naar het familiefeest, probeer er eens achter te komen waarom niet. Misschien zegt je dochter wel dat oma zo’n klein huis heeft, ze constant op haar kop krijgt als zij iets omgooit of wanneer ze tegen mensen aanbotst. En daarom heeft ze geen zin. Dat kun je bijvoorbeeld oplossen door vooraf naar een speeltuin te gaan en na een half uurtje of drie kwartier in het kleine huis ook weer even met je kind naar buiten te gaan. En mochten jullie een keer uit eten gaan, zoek dan een restaurant waar een speeltuin bij is.
Hoe fijn is het als we een kind leren om te vertrouwen op zijn eigen reacties op de wereld?!
Kijk ook eens naar hoe serieus jij je eigen reacties neemt. Zeg jij toch ‘ja’ tegen die afspraak terwijl alles in je ‘NEE!!’ schreeuwt? Hoe serieus nemen we een vriend als deze aangeeft dat hij niet naar jouw feest komt, omdat het hem even te druk is? Zeggen dat het wel meevalt is hier geen helpend antwoord. Je kunt ook zeggen dat je het jammer vindt dat je hem die avond moet missen, maar dat je graag een afspraak samen maakt.
Hoe fijn is het als we een kind leren om te vertrouwen op zijn eigen reacties op de wereld?!
De volgende keer dat een kind iets deelt over wat hij fijn of vervelend vindt, sta dan eens stil bij jouw antwoord:
- dus jij vindt het gewéldig om in de wildwaterbaan te gaan?;
- liever geen sinaasappel, want je vindt het zo plakkerig?
Als jij dat anders ervaart, is het goed om dat te delen:
- ik zou gek worden van het gegil, de steile val en het spattende water in de wildwaterbaan, maar kijken naar hoe jij geniet vind ik wel heel leuk;
- jij vindt dat plakken dus heel erg? Ik niet, zal ik hem dan voor je pellen?
En zo worden we prettig zelfstandige wezens die niet naar zichzelf op zoek hoeven gaan, omdat we onze eigen gevoelens en waarnemingen serieus (mogen) nemen.