Aan het kind: Prikkels zijn er de hele dag, om jou heen. Misschien vind je dat prima. Maar het kan ook zijn dat jij veel méér prikkels wilt; of juist minder, omdat je vaak last hebt van geluiden, geuren of andere prikkels. Misschien ben je wel onderprikkeld of overprikkeld.

In dit werkboek ga je leren over je zintuigen en prikkels. Zodat je straks helemaal de baas bent over wat jij nodig hebt: veel en sterke zintuigprikkels of weinig en zwakke zintuigprikkels.

Samen met je werkboekbegeleider ga je op zoek naar strategieën die jij kunt gebruiken op momenten dat je meer of minder prikkels nodig hebt. Zodat je het straks helemaal zelf kunt regelen!

Aan de professional: Bij veel van de problemen waarvoor een kind bij jou komen, speelt fysiek onder- of overprikkeld zijn een rol. Bijvoorbeeld bij druk gedrag, (faal)angst, slechte concentratie, spanningen of depressiviteit. Dit werkboek heeft als belangrijkste doel: zorgen dat het kind leert vertrouwen op wat zijn lichaam hem vertelt en weten dat hij zelf kan zorgen dat hij zich beter gaat voelen. Deze uitgave is gericht op professionals die werken met kinderen tussen de (ongeveer) zeven en dertien jaar. Ook ouders, die kennis hebben over zintuiglijke prikkelverwerking door een cursus te volgen of een boek over het onderwerp te lezen, kunnen hun kind begeleiden bij het maken van het werkboek.